Oefening baart kunst (2)

1.       Voor en na de training het lichaam goed warm wrijven; een stevige ‘role’ dus, maar dat wisten we al.
2.       Liefst niet uitsluitend goaltje kicken tijdens de training.
3.       Eenige keeren sprinten.
4.       Dribbelen om het veld.
5.       Dribbelen om, op bepaalde afstanden van elkaar geplaatste, paaltjes (liefst natuurlijk met de buitenkant van de voet).
6.       Zoveel mogelijk voetbaltennis spelen, daarbij beide voeten en het hoofd gebruiken.
7.       Alle mogelijke manier van stoppen trachten aan te leeren (mag door de goalkeeper overigens ook met de handen!).
8.       In het veld de bal ineens zuiver naar iemand toe plaatsen.
9.       Zoo mogelijk voor ‘ausdauer’ een partijtje spelen.
10.       Een doelmatige training met de ‘punching ball’ uitvoeren waardoor ook het bovenlichaam wordt ontwikkeld. Zweedsche gymnastiek is        overigens een goed alternatief.

Aan de slag, dus!