Na de oorlog wordt besloten om de contacten, die er tijdens de oorlog tussen Engelse en Nederlandse steden gegroeid waren, voort te zetten. Op deze manier kunnen de verschrikkelijke oorlogservaringen gedeeld worden: eerst uithuilen en daarna opnieuw beginnen en weer samen lachen. Er worden maar liefst 40 contacten tot stand gebracht tussen steden in Engeland en Nederland. In 1946 kreeg Leiden als oude universiteitsstad de nog veel oudere universiteitsstad Oxford ‘toegewezen’. Zo ontstaat de stedenband Leiden – Oxford.
Sinds 1946 organiseert het ‘Leiden-Oxford Committee’ met veel enthousiasme diverse (sportieve) uitwisselingen tussen beide steden. De opzet van de uitwisselingen is door de jaren heen niet veranderd: van organisatie tot organisatie, van club tot club, van mens tot mens. Aanvankelijk waren het vooral sporters die de sportieve strijd met elkaar aangingen: onder meer voetballers, cricketers, atleten, wielrenners, hockeyers, tafeltennissers, bridgers, zwemmers, turners en korfballers. In later jaren blijven de contacten niet langer beperkt tot sporters en krijgt de uitwisseling meer en meer een cultureel karakter: van imkers tot muzikanten, van volksdansers tot handwerkers, van bedrijven tot postzegelverzamelaars. Alles is mogelijk.
Ondanks de nodige organisatorische strubbelingen lukt het een aantal malen om een Leids cricketteam samen te stellen, bestaande uit spelers van Ajax Leiden, de Leidsche Cricket Club (L.C.C.) en de Leidsche Studenten Cricket Club (L.S.C.C.).
In 1959 wordt ook weer zo’n uitwisseling georganiseerd en vertrekt er een Leidse delegatie naar Oxford. Namens Ajax nemen o.a. Peter Gans, Han de Jongh, Bert Spiering, Bram van Roijen, Piet Blonk, Cees Metselaar en Sjaak Lolkes de Beer deel aan het evenement.
Tijdens de uitwisseling worden bijzonder prettige contacten gelegd. Eén daarvan is met leden van de plaatselijke ‘Ox Cricket Club’ (Ox C.C.). Een kleine enthousiaste cricketclub, opgericht in 1949, met net voldoende leden voor één team. Enkele spelers van Ajax hebben zeer warme contacten met een aantal ‘Oxes’, niet alleen op het veld en als logé, maar ook doordat Audrey Downer, een van de Engelse dames, heel veel werk heeft verzet om van de tour een succes te maken.
Al tijdens de tour van 1959 worden plannen gemaakt om Ox C.C. in 1960 een week bij Ajax uit te nodigen en bij gastheren en –vrouwen van de club onder te brengen. Het is de bedoeling om twee cricketwedstrijden te spelen tegen Ajax-teams en elk één tegen B.M.H.C. en V.O.C.
Door dit eigen initiatief van Ajax en Ox C.C. wordt in feite de directe relatie met de stedenband Oxford-Leiden verbroken. Op zondag 3 juli 1960 staat aan De Kempenaerstraat de wedstrijd Ajax – Ox C.C. op het programma. Hoewel de wedstrijd in de Leidse pers nog wordt aangekondigd als een ontmoeting in het kader van de sportuitwisseling Leiden-Oxford, waarbij een Leids team wordt gevormd bestaande uit negen spelers van Ajax en twee van L.C.C., komt er op 3 juli een team in het veld dat volledig bestaat uit Ajax-spelers.
Als we het verslag in de pers mogen geloven is de wedstrijd, die gespeeld is ‘in the spirit of the game’, een prachtige propaganda voor de cricketsport geworden.
“The Ox C.C. trof de Ajax-battingside aan in bijzonder goede vorm. De Engelse captain won weliswaar de toss, maar hij gaf aan de thuisclub het recht eerst te gaan batten. Daarvan werd door Ajax dankbaar gebruik gemaakt. Het openingspaar De Jongh en Veldhuizen hield 40 minuten stand, waarna De Jongh voor 12 op mid-off werd gevangen. Ross Smith, thans weer als vanouds, liet fraaie slagen zien, waarvan het talrijke publiek genoot. Via 44 voor 2 (R. Veldhuizen 21) werd het dankzij Smith en Spiering 122 voor 3, alvorens Smith werd gevangen. Zijn persoonlijke score was 55. Spiering deed het even goed en scoorde 49. Daarna P. von Oven (12) en C. Bouman (18), waardoor het totaal 204 all out werd, waarvan slechts 4 byes. Eerst met de thee viel het laatste wicket. Na de thee konden Spiering en Bouman hun krachten op de Engelse battingside beproeven en vooral Bouman ging dit niet slecht af (4 voor 59). Spiering 1 voor 25. Vele Engelsen kwamen in de dubbele cijfers: C. Jackson 15, D. Galer 27, B. Watts 12, M. Gascoigne 17, A. Watts en R. Winter 17, doch allen tezamen toch niet hoog genoeg om de zege van Ajax in gevaar te kunnen brengen. Even leek het erop, dat de ‘Staart’ moeite zou gaan kosten, maar de changebowlers dachten daar anders over. R. Veldhuizen 2 voor 4 en F. Tattersall 1 voor 7. De wijze waarop F. Olthuis D. Manthorpe uitving, is zeker vermeldenswaardig. Voor 138 was The Ox C.C. all out, waarmede een prachtige cricketdag ten einde kwam”.

Ajax met staand v.l.n.r. Ross Smith, P.A.L.O. von Oven, Roel Veldhuizen, Han de Jongh, Peter Gans, Aat Wempe, Aad de Goederen (umpire) Geknield v.l.n.r. Bert Spiering, Felix Olthuis, Piet van Amerom, Frank Tattersall en Coen Bouman.

Ajax en The Ox C.C. gebroederlijk op de gevoelige plaat vastgelegd.
De tourweek wordt door beide partijen als een doorslaand succes ervaren en er worden dan ook meteen toekomstplannen gemaakt. Op zaterdag 5 augustus 1961 om 9.15 uur verzamelt een Ajax-selectie, aangevuld met enkele gastspelers, zich op het station van Leiden om te vertrekken naar Engeland. Helaas mag Jan Bakker, wegens het vervullen van de militaire dienstplicht, de tour niet meemaken.
De spelers worden uitgezwaaid door het voltallige bestuur en hen wordt een prettige tijd en veel succes toegewenst. Dát waren nog eens tijden! Rest er voor de oplettende lezer nog één vraag: ‘waarom heet de tour eigenlijk de Abingdon Tour?’ Het antwoord is simpel. Zoals eerder al gezegd is ‘The Ox Cricket Club’ opgericht in 1949. In 1961 vestigt de club zich in Abingdon (een stadje onder de rook van Oxford) aan de Northcourt Road en wordt de naam gewijzigd in ‘North Abingdon Cricket Club’ (N.A.C.C.). In maart 1993 fuseert N.A.C.C. met de ‘Abingdon Town Cricket Club’ en wordt de naam gewijzigd in ‘Abingdon Vale Cricket Club’ (A.V.C.C.). Sinds die tijd speelt de club op een nieuw sportcomplex aan de Theems in Abingdon. In 1961, als Ajax op tegenbezoek is in Abingdon, wordt er besloten om de tour elke twee jaar, afwisselend in Oegstgeest en Abingdon, te organiseren. En zo is geschied.
De Abingdon-tour staat garant voor veel cricket en hechte vriendschappen, maar voor ook veel bier (desnoods a yardstick of ale), gezelligheid, overvloedige tea’s, tourdiners, slapeloze nachten, (dirty) songs, tour shirts, wibbly-wobbly, aunt-Sally, nail pooping, stump-hanging, shove-a-penny of ander boertig en simpel vermaak. En niet te vergeten lange (vaak) euforische tourverslagen. Behalve mooie herinneringen, hebben we gelukkig ook de foto’s nog!