Het was destijds allemaal zo mooi begonnen, want Hans werd ASC-er in het najaar van 1923, het eerste jaar waarin Rood-Zwart weer in de eerste klasse uitkwam. Tot dan toe kwam hij uit voor HBS, maar toen hij in Leiden ging studeren, ruilde hij het sombere zwart van de ‘Kraaien’ maar al te graag in voor het prachtige rood-zwart van ASC!
Hans deed zich van het begin af aan gelden als een uiterst ambitieus en verdienstelijk voetballer, die zich op alle plaatsen in het elftal - behalve onder de lat - thuis voelde, maar wiens voorliefde toch uitging naar de linksbinnenpositie, waar hij onvermoeid kon ploeteren, zwoegen en doelpuntjes maken. In 1924 maakte hij er in een thuiswedstrijd tegen ODS 5 van de 6 en tijdens de befaamde eindspurt van 1926 scoorde hij met een keihard schot (‘ogen dicht en boem, want tijd om na te denken was er niet’) de belangrijke gelijkmaker tegen Unitas. Ook maakte hij deel uit van het team dat op de Kempenaerstraat in 1925 de historische wedstrijd tegen Feyenoord speelde (3-1 winst), waardoor niet Feyenoord, maar Sparta kampioen werd en ASC niet degradeerde.
Na z’n studie vertrok Hans naar Nederlands-Indië. Toen hij in 1935 in Nederland terugkwam, was ASC inmiddels afgezakt naar de 4e klasse. Niettemin hing hij vol enthousiasme het rood-zwarte shirt weer om de schouders en het was voor een niet gering deel aan z’n stimulerend voorbeeld en voortreffelijk aanvoerderschap te danken, dat al in 1936 de kampioensvlag kon worden gehesen na een zwaar bevochten overwinning op de Haagse Ooievaars; ASC was weer 3e klasser!
Een tweede vertrek naar de Oost betekende tevens het einde van z’n actieve voetballoopbaan. Hans Goslings, een trouw clublid, een goede verliezer, hoewel hij zich altijd tot de laatste seconde inspande om een winnaar te zijn. Zowel binnen als buiten de krijtlijnen was hij steeds een hartelijk kameraad, op wiens clubliefde ten behoeve van geblesseerde clubgenoten in z’n kwaliteit als medicus nooit tevergeefs een beroep werd gedaan.
Hans Goslings werd vanwege zijn grote verdiensten voor ASC in 1942 tot erelid benoemd.
Oplettende lezertjes zullen zich nu echter afvragen waarom er in 1953 zo gevreesd werd dat Hans Goslings gekozen zou hebben voor een contract bij bijvoorbeeld ONA of UVS; hij had zijn voetbalschoenen toch al lang aan de wilgen gehangen? Het ging in 1953 ook helemaal niet om een profcontract bij een voetbalclub, maar om een benoeming tot hoogleraar in de reumatologie, om precies te zijn. Het was nu ‘onze’ professor Hans, zelfs binnen ASC een niet-alledaags verschijnsel. Hans Goslings, een markante persoonlijkheid die, ondanks zijn hooggeleerde status, z’n belangstelling voor het wel en wee van z’n oude cluppie nooit heeft verloren! Vandaar deze hommage.
ASC 1 in 1924 voor de uitwedstrijd tegen Sparta.
Hans Goslings zittend, 2e van links.