In z’n nieuwste boek onderwerpt Siekmann het vroeger zo populaire straatvoetbal aan een diepgaand wetenschappelijk onderzoek. Hij komt daarbij onder meer tot de conclusie dat straatvoetbal je niet alleen tot een betere voetballer maakt, maar het legt ook een stevig fundament onder je verdere maatschappelijke loopbaan. Een glanzende carrière als straatvoetballer gaat je zelfs helpen bij het schrijven van je proefschrift!
Van Gaal hoorde het allemaal geduldig aan en veerde op toen het onderwerp ‘poten’ aan de orde kwam. Kenners van het straatvoetbal weten immers dat ‘poten’ een belangrijk (zo niet hét belangrijkste) element van het straatvoetbal is. Voorafgaande aan een straatvoetbalwedstrijd moeten er namelijk eerst twee partijen worden gekozen en het gaat erom dat de beste spelers in jouw team komen. Daarom is het van groot belang dat je de eerste keus hebt. Dit gaat door middel van ‘poten’: twee spelers gaan op enige afstand tegenover elkaar staan en om de beurt stap voor stap lopen zij naar elkaar toe. En degene die de laatste ‘volle’ stap kan zetten, voordat hun schoenen elkaar raken, mag als eerste een speler kiezen. En als je dan Louis van Gaal in je team hebt, zit je snor. Vraag dat maar aan Harry Vermeegen!
Tot zover de hoofdregel. Siekmann heeft vastgesteld dat de regels omtrent het ‘poten’ van stad tot stad en zelfs van wijk tot wijk of straat tot straat konden verschillen. Soms was er sprake van ‘brug sluit’, de laatste stap was dan het moment dat je jouw schoen op de schoen van de tegenstander zette, soms ook mocht je een ‘dwarse’ (halve) stap zetten en soms ook werd een ‘kwartje’ toegepast (met het puntje van je schoen). Niet zelden werden deze ‘patronaatregels’ toegepast afhankelijk van de situatie van dàt moment en soms werd er zelfs mee gemarchandeerd. Het ging immers om het sterkste team en het doel heiligt dan de middelen.
Na de overhandiging van het eerste exemplaar van ‘Het Straatvoetbalboek’, bedankte voetbalcommissaris Mirjam Werner Louis van Gaal voor z’n komst naar het ‘oudste Ajax’. Vrijdag 7 juli is het precies 100 jaar geleden dat Rood-Zwart naar de 1e klasse (het voetbalwalhalla) promoveerde. Namens A.S.C. bood ze hem het boek “1923 – het jaar waarin alle puzzelstukjes op hun plaats vallen” aan en een toepasselijk A.S.C.-jubileumbiertje. Met een brede glimlach nam van Gaal de cadeaus in ontvangst.
Toen was het tijd voor een ongedwongen praatje, een hapje en een drankje. Van Gaal nam hier alle tijd voor. Zo haalde Leendert de Goeij met Louis herinneringen op uit hun glorietijd bij Sparta en herinnerde Wijnand Klaver van Gaal fijntjes aan het feit dat de spelers van Ajax Amsterdam in 1901 schriftelijk de opdracht meekregen om in de match tegen Ajax Leiden veel goaltjes te schieten. En natuurlijk waren er de onvermijdelijke fotoshoots, want wie wil er nu niet een foto samen met van Gaal boven zijn/haar bed hebben hangen? Louis liet het allemaal geduldig en aimabel over zich heenkomen.
(foto’s Emile van Aelst)
